De interesse voor het gezondheidsrecht is in de afgelopen jaren enorm toegenomen. In die ontwikkeling stond centraal de bescherming van de patiënt. De patiënt had een kennisachterstand en was kwetsbaar en afhankelijk in de relatie met de zorgaanbieder. Voorts werd steeds duidelijker dat de patiënt zelf weloverwogen beslissingen moest kunnen nemen. Die sterke positie van de patiënt is in een groot aantal wetten en uitspraken vastgelegd. De patiënt is in dat kader steeds verder beschermd in de relatie met de arts en het ziekenhuis.
Dit laatste bracht met zich mee dat artsen en het ziekenhuis ook steeds meer aandacht zijn gaan besteden aan de professionele eisen die aan hen gesteld werden. Het gaat dan bij het ziekenhuis om het verlenen van goede zorg en bij de arts gaat het om de zorg die van een bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mocht worden verwacht. De eisen (Canmeds) worden steeds verder aangescherpt. Niet alleen op het medisch inhoudelijke vlak, maar specifiek ook op het gebied van de zogenaamde soft skills. Er worden steeds meer eisen gesteld aan goede communicatie en samenwerking tussen artsen. Onvoldoende communicatie en samenwerking wordt gezien als een risicofactor voor goede patiëntenzorg. Dit betekent dat het ziekenhuis artsen toetsen en aanspreken. Dit betekent ook dat artsen zich bewust moeten zijn van het feit dat zij optimale omstandigheden moeten scheppen voor een goede patiëntenzorg. Ook in de onderlinge relatie tussen artsen wordt verwacht dat er sprake is van wederzijdse alertheid en daar waar nodig het aan de orde stellen van problemen.
De beoordeling van kwesties die spelen in de relatie tussen patiënt en arts wordt nog complexer, doordat niet alleen het ziekenhuis (de Raad van Bestuur) daarbij een verantwoordelijkheid heeft jegens de arts en de patiënt, maar steeds vaker ook het collectief waarin de artsen zich verenigd hebben. In veel gevallen gaat het dan om een zogenaamd MSB (Medisch Specialistisch Bedrijf). In dat kader is ook relevant de onderlinge relatie tussen de Raad van Bestuur en het MSB. Daaromheen liggen nog toezichtsringen van de Raden van Toezicht/Raden van Commissarissen, de IGJ en andere zorgautoriteiten.
In dit complexe werkveld bestaat bij alle actoren behoefte aan een juiste inschatting van de positie en verplichtingen en de daarop gebaseerde acties en besluitvorming.
Op dit terrein heeft PUUR relevante ervaring en vervult PUUR veelvuldig een coachende en adviserende rol voor de Raad van Bestuur, het MSB, de specialist of vakgroep en/of de patiënt.